Algemene netwerkinstellingen
De volgende tabel beschrijft de algemene netwerkinstellingen op de
netwerkconfiguratiepagina.
Parameter
Beschrijving
Netwerkstatus
Status van de HP All-in-One:
●
Klaar: de HP All-in-One is gereed om gegevens te ontvangen
of te verzenden.
●
Off line: de HP All-in-One is momenteel niet op het netwerk
aangesloten.
Type actieve
verbind.
Netwerkmodus van de HP All-in-One:
●
Bekabeld: de HP All-in-One is met een Ethernet-kabel
verbonden met een IEEE 802.3-netwerk.
●
Geen: Er is geen netwerkverbinding.
Opmerking
Er kan altijd maar één soort verbinding tegelijk actief
zijn.
URL
Het web- of IP-adres van de interne webserver.
Opmerking
U moet deze URL invoeren om toegang te krijgen tot
de interne webserver.
Hardware-
adres (MAC)
Het MAC-adres (Media Access Control) van de HP All-in-One. Dit
is een uniek identificatienummer van twaalf cijfers dat voor
identificatiedoeleinden aan de netwerkhardware wordt
Gebruikershandleiding
135
Uw netwerken
instellen
Parameter
Beschrijving
toegewezen. Twee apparaten kunnen nooit hetzelfde MAC-adres
hebben.
Opmerking
Sommige Internet-serviceproviders (ISP) vereisen
dat u het MAC-adres van de netwerkkaart of LAN-adapter die op
uw kabel- of DSL-modem is aangesloten, tijdens de installatie
registreert.
Firmware-
revisie
De versiecode voor de firmware van de interne netwerkcomponent
en het apparaat, gescheiden door een liggend streepje.
Opmerking
Als u belt voor technische ondersteuning, moet u
wellicht het versienummer van de firmware opgeven. Dit is
afhankelijk van het probleem.
Host-naam
De TCP/IP-naam die door de installatiesoftware aan het apparaat
is toegewezen. Standaard zijn dit de letters HP, gevolgd door de
laatste zes cijfers van het MAC-adres.
IP-adres
Dit adres vormt een unieke identificatie van het apparaat in het
netwerk. IP-adressen worden dynamisch toegewezen door DHCP
of automatisch. U kunt ook een statisch IP-adres instellen, maar
dat wordt niet aanbevolen.
Opmerking
Als u tijdens de installatie handmatig een ongeldig IP-
adres toewijst, zien de netwerkcomponenten de HP All-in-One niet.
Subnet-masker Een subnet is een IP-adres dat door de installatiesoftware wordt
toegewezen om een extra netwerk beschikbaar te maken als deel
van een groter netwerk. Subnetten worden opgegeven met behulp
van een subnetmasker. Dit masker bepaalt welke bits van het IP-
adres van de HP All-in-One het netwerk en het subnet aangeven
en welke bits het apparaat zelf aangeven.
Opmerking
Het is het beste als de HP All-in-One en de
computers die er gebruik van maken, allemaal in hetzelfde subnet
zijn opgenomen.
Standaard-
gateway
Een knooppunt in een netwerk dat dient als toegang tot een ander
netwerk. Een knooppunt kan in dit geval een computer of een
ander apparaat zijn.
Opmerking
Het adres van de standaardgateway wordt
toegewezen door de installatiesoftware.
Configuratie-
bron
Het protocol dat wordt gebruikt om het IP-adres aan de
HP All-in-One toe te wijzen:
●
AutoIP: de configuratieparameters worden automatisch
bepaald door de installatiesoftware.
●
DHCP: de configuratieparameters worden bepaald door een
DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in het
netwerk. In kleine netwerken kan dat een router zijn.
Hoofdstuk 13
(vervolg)
136
HP Officejet 7200 All-In-One series
Uw netwerken
instellen
Parameter
Beschrijving
●
Handmatig: de configuratieparameters worden handmatig
ingesteld, bijvoorbeeld een statisch IP-adres.
●
Niet gespecificeerd: de modus die wordt gebruikt als de
HP All-in-One bezig is met initialiseren.
DNS Server
Het IP-adres van de DNS-server (Domain Name Server) van het
netwerk. Als u het web gebruikt of een e-mailbericht verzendt,
gebruikt u een domeinnaam. De URL http://www.hp.com bevat
bijvoorbeeld de domeinnaam hp.com. De DNS-servers op het
Internet vertalen de domeinnaam in een IP-adres. Apparaten
gebruiken de IP-adressen om naar elkaar te verwijzen.
●
IP-adres: het IP-adres van de domeinnaamserver.
●
Niet gespecificeerd: het IP-adres is niet opgegeven of het
apparaat is bezig met initialisatie.
Opmerking
Controleer of er een IP-adres van de DNS-server
wordt weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina. Als er geen
adres wordt weergegeven, vraagt u uw Internet-serviceprovider
(ISP) om het IP-adres van de DNS-server.
mDNS
Rendezvous wordt gebruikt met lokale en adhoc-netwerken die
geen centrale DNS-servers gebruiken. Rendezvous gebruikt voor
naamverlening mDNS, een alternatief voor DNS.
Met mDNS kan de computer elke HP All-in-One in uw lokale
netwerk detecteren en gebruiken. mDNS werkt ook met elk ander
Ethernet-apparaat in het netwerk.
Wachtwoord
beheerder
De status van het beheerderswachtwoord voor de interne
webserver:
●
Ingesteld: het wachtwoord is opgegeven. U moet het
wachtwoord invoeren als u de parameters voor de interne
webserver wilt wijzigen.
●
Niet ingesteld: er is geen wachtwoord ingesteld. Er is geen
wachtwoord vereist voor het aanbrengen van wijzigingen in
de parameters van de interne webserver.
Link
configuratie
De snelheid waarmee gegevens worden verzonden over een
netwerk:
●