HP Officejet 7210 - Instellingen voor draadloos netwerk

background image

10TX - Full: voor bekabeld netwerk.

10TX - Half: voor bekabeld netwerk.

100TX - Full: voor bekabeld netwerk.

100TX - Half: voor bekabeld netwerk.

Geen: het netwerk is uitgeschakeld.

(vervolg)

Gebruikershandleiding

137

Uw netwerken

instellen

background image

Instellingen voor draadloos netwerk
De volgende tabel beschrijft de instellingen voor een draadloos netwerk op de
netwerkconfiguratiepagina.

Parameter

Beschrijving

Status
draadloos

Status van het draadloze netwerk:

Verbonden: de HP All-in-One is aangesloten op een
draadloos netwerk en alles werkt.

Niet verbonden: de HP All-in-One is niet verbonden met het
draadloze LAN vanwege onjuiste instellingen (zoals een
onjuiste WEP-sleutel) of omdat de HP All-in-One zich buiten
het bereik van het LAN bevindt.

Uitgeschak.: de radio is uitgeschakeld of de Ethernet-kabel is
aangesloten.

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.

Communicatie
modus

Een IEEE 802.11-netwerkmodel waarin apparaten of stations met
elkaar communiceren:

Infrastructuur: de HP All-in-One communiceert met andere
netwerkapparaten via een draadloos toegangspunt, zoals een
draadloze router of een basisstation.

Adhoc: de HP All-in-One communiceert rechtstreeks met elk
apparaat in het netwerk. Er wordt geen draadloos
toegangspunt gebruikt. Dit wordt ook wel "peer-to-peer"-
netwerk genoemd. In Macintosh-netwerken wordt de adhoc-
modus "computer-to-computer"-modus genoemd.

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.

Netwerknaam
(SSID)

Serviceset-ID. Een unieke identificatie (maximaal 32 tekens)
waarmee onderscheid wordt gemaakt tussen draadloze Local
Area Networks (WLAN's). De SSID wordt ook de netwerknaam
genoemd. Dit is de naam van het netwerk waarmee de
HP All-in-One is verbonden.

Signaalsterkte
(1-5)

Het verzend- of retoursignaal uitgedrukt op een schaal van 1 tot 5:

5: uitstekend

4: goed

3: redelijk

2: matig

1: zwak

Geen signaal: er is geen signaal gedetecteerd in het netwerk.

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.

Kanaal

Het kanaalnummer dat op het moment wordt gebruikt voor
draadloze communicatie. Dit nummer is afhankelijk van het
gebruikte netwerk en kan verschillen van het kanaalnummer

Hoofdstuk 13

138

HP Officejet 7200 All-In-One series

Uw netwerken

instellen

background image

Parameter

Beschrijving

waarom is verzocht. De waarde loopt van 1 tot 14. In bepaalde
landen/regio's kan het bereik van goedgekeurde kanalen beperkt
zijn.

<getal>: een waarde van 1 tot 14, afhankelijk van land/regio.

Geen: er is geen kanaal in gebruik.

Niet van toepassing: het WLAN is uitgeschakeld of deze
parameter is niet van toepassing op dit type netwerk.

Opmerking

Als u in de adhoc-modus geen gegevens kunt

verzenden of ontvangen tussen uw computer en de HP All-in-One,
controleert u of op uw computer en op de HP All-in-One hetzelfde
kanaalnummer wordt gebruikt. In de infrastructuurmodus wordt het
kanaal bepaald door het toegangspunt.

Verificatietype

De soort verificatie die wordt gebruikt.

Geen: er wordt geen verificatie gebruikt.

Open systeem (adhoc en infrastructuur): geen verificatie.

Ged. sleutel (alleen infrastructuur): WEP-sleutel vereist.

WPA-PSK (alleen infrastructuur): WPA met vooraf gedeelde
sleutel (Pre-Share Key).

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.

Verificatie is het mechanisme waarbij het systeem de identiteit van
gebruikers of apparatuur verifieert voordat deze toegang krijgen
tot het netwerk. Hierdoor wordt het onbevoegden moeilijker
gemaakt netwerkbronnen te gebruiken. Deze beveiligingsmethode
wordt het meest gebruikt in draadloze netwerken.
Bij een netwerk met open-systeemverificatie wordt de identiteit van
netwerkgebruikers niet onderzocht. Elke draadloze gebruiker kan
toegang krijgen tot het netwerk. In een dergelijk netwerk kan
echter WEP-codering (Wired Equivalent Privacy) worden gebruikt
om een eerste niveau van beveiliging te bieden tegen inbraak.
Een netwerk dat gebruik maakt van controle via gedeelde sleutels
biedt meer beveiliging doordat gebruikers of apparaten zich
moeten identificeren middels een statische sleutel (een
hexadecimale of alfanumerieke reeks). Alle gebruikers en
apparaten gebruiken een identieke sleutel. WEP-codering wordt
gebruikt in combinatie met gedeelde-sleutelverificatie, waarbij
zowel voor de verificatie als voor de codering dezelfde sleutel
wordt gebruikt.
Een netwerk dat op de server gebaseerde verificatie (WPA-PSK)
gebruikt, biedt een veel betere beveiliging en wordt door de
meeste draadloze toegangspunten en draadloze routers
ondersteund. Het toegangspunt of de router controleert de
identiteit van gebruikers of apparatuur die toegang zoeken tot het
netwerk voordat toegang wordt verleend. Er kunnen verschillende
verificatieprotocollen worden gebruikt op een verificatieserver.

(vervolg)

Gebruikershandleiding

139

Uw netwerken

instellen

background image

Parameter

Beschrijving

Opmerking

Gedeelde sleutel- en WPA-PSK-verificatie kunnen

alleen worden geactiveerd via de interne webserver.

Codering

Het type codering dat in het netwerk wordt gebruikt:

Geen: er wordt geen codering gebruikt.

64-bit WEP: hierbij wordt een WEP-sleutel van 5 tekens of 10
hexadecimale cijfers gebruikt.

128-bit WEP: hierbij wordt een WEP-sleutel van 13 tekens of
26 hexadecimale cijfers gebruikt.

WPA-AES: er wordt gebruikgemaakt van AES-codering
(Advanced Encryption Standard). Dit is een
coderingsalgoritme dat door overheidsinstanties in de V.S.
wordt gebruikt voor het beveiligen van vertrouwelijk maar niet
geheim materiaal.

WPA-TKIP: er wordt gebruikgemaakt van het geavanceerde
TKIP-coderingsprotocol (Temporal Key Integrity Protocol).

Automatisch: er wordt gebruikgemaakt van AES of TKIP.

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.

De bedoeling van WEP is de beveiliging te vergroten door
gegevens via radiogolven te coderen, zodat deze worden
beveiligd tijdens de verzending van het ene eindpunt naar het
andere. Deze beveiligingsmethode wordt het meest gebruikt in
draadloze netwerken.

Aansluitpunt
HW-adres

Het hardwareadres van het toegangspunt in het netwerk waarmee
de HP All-in-One is verbonden:

<MAC-adres>: het unieke MAC-hardwareadres (Media
Access Control) van het toegangspunt.

Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.